startpagina

Emile Klep wordt nieuwe directeur-bestuurder bij Woonplus Schiedam

03-04-2019

Met ingang van 1 juli 2019 is Emile Klep de nieuwe directeur-bestuurder bij de Schiedamse woningcorporatie.

Klep komt van de Gemeente Rotterdam waar hij de afgelopen vier jaar directeur Stedelijke inrichting bij het cluster Stadsontwikkeling was.
Emile Klep, 48 jaar, studeerde bestuurskunde in Rotterdam en woont er op de Kop van Zuid. Als directeur Stedelijke inrichting is hij onder andere verantwoordelijk geweest voor de taakvelden ruimtelijke ordening en milieu, wonen, en mobiliteit. Zijn aandacht ging uit naar de verdere ontwikkeling van Rotterdam als sterke stad voor de toekomst. Vanuit die rol hield hij zich bezig met de gemeentelijke woonvisie, de voorbereidingen voor een nieuwe oeververbinding, de energietransitie in de bestaande voorraad en de woningopgave in het Nationaal Programma voor Rotterdam-Zuid.
Voordat Klep in juli 2015 de overstap maakte naar de Gemeente Rotterdam werkte hij als regiodirecteur bij Woonstad Rotterdam. Daar was hij verantwoordelijk voor de verhuur en het beheer van ruim 17.000 verhuureenheden in Rotterdam. Eerder werkte hij bij Rijkswaterstaat en als interimmanager aan opdrachten voor onder andere woningcorporaties en maatschappelijke organisaties.

Mooie uitdaging voor de nieuwe bestuurder
Woonplus en Bob Venhuizen besloten in oktober 2018 dat Bob Venhuizen met ingang van 1 juni 2019 zijn functie als directeur-bestuurder neerlegt. Vanaf dat moment is de zoektocht begonnen naar een nieuwe verbindende en samenwerkingsgerichte directeur-bestuurder. Wilma Gillis-Burleson, lid van de Raad van Commissarissen: “We zijn blij te kunnen melden dat we na een zorgvuldig werving- en selectietraject een nieuwe directeur-bestuurder hebben gevonden die de uitdagingen van deze stad en van Woonplus gaat oppakken. Woonplus staat namelijk op een kruispunt met nieuwe grote uitdagingen. Dit zijn met name vraagstukken omtrent stedelijke vernieuwing, de verduurzaming van het bezit, blijven zorgen voor betaalbare woonlasten voor de huurders en het verder vormgeven aan een ambitieuze en leergierige organisatie”.